Dat de Noorse hoofdstad een stuk minder populair is dan de Zweedse en de Deense is een ding wat duidelijk is, maar waarom? Daar heb ik geen antwoord op. Wel weet ik dat er meer dan genoeg redenen zijn om wél eens naar Oslo te gaan en toen Janine me vroeg of ik tien van die Oslo tips op zou kunnen noemen, kon ik natuurlijk geen nee zeggen. Waarom je dus echt eens die kant op zou moeten gaan? Hierom!
1. De combinatie van stad en natuur
Oslo is de hoofdstad en tevens grootste stad van Noorwegen, een echte asfaltjungle dus. Of eh? Misschien een beetje rondom het Centraal Station, maar als je naar de cijfers kijkt, blijkt 63% van Oslo bos, liggen er zes eilanden voor de kust en telt de stad zo’n 40 meren. En een fjord, een zee en meerdere rivieren (met watervallen, in hartje stad). En natuurlijk kun je dit allemaal los van elkaar bezoeken, maar het feit dat je én die hoge gebouwen (de zogenaamde Barcode) én het water én het bos tegelijk kunt zien maakt Oslo toch wel uniek. Daarvoor moet je naar Ekebergparken, aan de kant van het restaurant dat daar ligt.
2. De (gratis) retourtjes eiland
Zes eilanden voor de kust dus – enkele enkel per privéboot te bereiken (en in sommige gevallen ook enkel voor degenen die er een huisje hebben), maar de overige drie zijn perfecte dagtripjes voor de inwoners én de toeristen van Oslo. Hovedøya, Gressholmen en Langøyene bereik je per boot die vertrekt vanaf Rådhuskaia, bij het stadhuis. Het is acht minuten varen naar Hovedøya, tien naar Gressholmen en achttien naar Langøyene. De kosten? 30 kronen, hetzelfde als een ritje met het normale openbaar vervoer. En, goed om te weten: heb je een dag-, week- of maandkaart, dan maak je de oversteek geheel gratis.
3. Het “blote-mensenpark”
Vigelandsparken staat bovenaan de meeste lijstjes met dingen die je moet doen in Oslo en hoewel het voor mij eigenlijk geen top-reden is om naar Oslo te komen, is het wel een must see. Want waar kun je anders zo ongegeneerd naar blote mensen kijken? En waar anders vind je zo’n gigantische verzameling beelden bij elkaar? Dit is namelijk niet alleen de grootste openbare kunstcollectie in Noorwegen, maar ook het park met het grootste aantal beelden van één kunstenaar in één park. En dat is wel tof.
(Ook tof: als je je eigen frisbee(set) meeneemt en vanaf de hoofdingang gezien iets verder doorloopt dan Monolitten, kom je bij een van Oslo’s tofste en grootste gratis frisbeegolfbanen! ;))
4. De zeepaardjes
Sinds 2006 vind je verspreid door de hele stad (en op de vreemdste plekken) vrolijke, kleurrijke zeepaardjes – met en soms ook zonder hoofd. Meer dan duizend (!) zijn het er ondertussen, maar helaas is er nog (?) geen echte speurtocht of zoekkaart beschikbaar. Toch is het leuk om ze te spotten én is het een mooi voorbeeld van de creativiteit van de stad, die zich verder vooral uit in muurschilderingen en (mooie) graffiti.
5. De kolonihager
Voor “het Noorse gevoel” kun je naar het Norsk folkemuseum of natuurlijk naar het platteland, maar bij minder tijd kun je ook gewoon één van de kolonihager bezoeken. Dit zijn camping-achtige stukjes stad die je zou kunnen vergelijken met heel veel stadstuintjes met daarop een huisje waarin je ook kunt slapen – of een hofje met losse huisjes. Echt wonen mag je hier niet, maar het feit dat het gemiddeld 20 jaar duurt om zo’n huisje te bemachtigen zegt genoeg: het is er prachtig. Een oase van gekleurde, houten huisjes met mooie moestuintjes, gazonnen en bloemen. In Oslo vindt je meer dan 1.600 van dergelijke hytter, verspreid over negen kolonihager. Als gast is het niet de bedoeling dat je hier urenlang rondzwerft, maar rustig een rondje lopen mag altijd. De adressen vind je hier.
6. De koffiecultuur
Met gemiddeld vijf kopjes per persoon per dag is Noorwegen het land waar de meeste koffie wordt gedronken in de hele wereld. Op een doordeweekse werkdag zie je bijna niemand op straat zonder take-away kop in zijn of haar hand, koffie krijg je op bijna elke straathoek en één van ‘s werelds beste barista’s heeft hier zijn thuisbasis (en een klein cafeetje, op een hoek, waar je natuurlijk koffie kunt krijgen). Het feit dat Noren échte koffie freaks zijn blijkt echter vooral uit tijdschrift Brygg – enkel en alleen over koffie.
7. Tryvann
Nog meer feitjes! Bewijs dat Oslo minstens zo veel natuur als stad is: vliegveld Gardermoen (het hoofdvliegveld van Oslo, op 20 minuten per trein van het centrum) is het vliegveld dat het dichtst bij een skipiste ligt, ter wereld. En die skipiste bereik je dus in no-time ook vanuit de binnenstad. Een kwartiertje duurt het per metro naar Oslo Vinterpark Tryvann, waar je 18 pistes, 11 liften, 9.6 kilometer loipe en een heus Quicksilver fun park.
8. De straten vol gekleurde, houten huisjes
Oké, Oslo is geen Bergen, Stavanger of Trondheim wanneer het “van die leuke typische Scandinavische huisjes” betreft, maar ze zijn er heus wel! Alleen een beetje verstopt. Waar je dan moet zijn? In Telthusbakken (waar op nummer 17 de geniaalste kat van de stad woont, die graag pontificaal midden op straat ligt), Damstredet of – iets verder buiten het centrum – in een wijkje genaamd Kampen.
9. De botanische tuin
Als je bijvoorbeeld in Kopenhagen of in Laken (Brussel) naar de botanische tuin bent geweest – of een andere die echt heel mooi én groot is – valt de botanische tuin van Oslo wellicht wat in het niets, maar wanneer de dagen langer beginnen te worden en de kersenbloesem bloeit is het er echt heel fijn wandelen. En waarom toch naar deze botanische tuin als je al in zoveel andere was? Vanwege Victoriahuset, een kas met zo’n gigantisch mooie vijver… Die zie je niet elke dag.
10. De cultuur
Ondanks alle natuur is Oslo ook gewoon een echte stad, met tentoonstellingen, concerten en festivals. De hoofdstad van Noorwegen is zelfs de stad in Europa met het meeste aantal concerten per hoofd van de bevolking; jaarlijks vinden er meer dan 5.000 concerten plaats. En je hebt festivals als Norwegian Wood, Øya, by:Larm, een grote restaurant scene (met Mathallen als knooppunt), creatieve gemeenschap en ga zo maar door.
En er rijdt regelmatig een ouderwetse tram door de stad waarvoor je niks hoeft te betalen, je eet er de lekkerste kokosbollen, ‘s winters kun je niet alleen skiën maar ook sleeën en we hebben hier op Nordic Vibes natuurlijk ook al regelmatig Oslo tips gegeven, voornamelijk wat leuke cafeetjes betreft. Want die heeft Oslo ook. Dus vertel me eens – wat heeft Oslo eigenlijk niet?
Heb jij al een ticket geboekt?
20/08/15 at 09:50
De zeepaardjes heb ik niet gezien. Ga ik volgende keer zeker op letten.