Het is 2012 als twee Noorse freelance journalisten – beide woonachtig in Oslo, maar afkomstig uit dorpjes in het binnenland – besluiten een blog te beginnen om de rest van het land te tonen hoe ‘verschrikkelijk’ het inderdaad is om in de grauwe, grijze, saaie, vieze, enge betonhoofdstad te wonen. Zowel de blog als de hashtag #stakkarsoss (letterlijk: ‘arme wij’) blijkt een instant hit en drie jaar later staan er niet alleen bijna veertigduizend foto’s online, maar is er ook een heuse Oslo-tentoonstelling. Een ode aan de stad én haar inwoners.

Dat Oslo onder toeristen niet zo populair is als Kopenhagen en Stockholm weten we wel, maar in dit geval geldt dat vooral ook de ‘andere Noren’, de niet-Oslonaren dus, niet bepaald fan zijn van de stad. Ze hebben zelfs flinke vooroordelen over hun hoofdstad, waarvan er vier aan bod komen in de tentoonstelling:
1. Dat het een grijze asfaltjungle is;
2. Dat het enkel uit lelijke gebouwen bestaat;
3. Dat het je een slechte jeugd zal geven;
4. Dat het er stikt van de egoïstische kutmensen.
Een andere stad
Vooral in het centrum van Oslo wordt inderdaad flink gebouwd, maar omdat het dan meteen een asfaltjungle te noemen?! Met enkel lelijke gebouwen en ook nog enkel stomme mensen?! Haha! We moeten het over een andere stad hebben.
Voor mij als Nederlandse is Oslo zo ongeveer het paradijs en wanneer ik met mensen die hier niet eerder waren over de stad klets, laat ik uitdrukkingen als ‘schattige houten huisjes’ en ‘veel natuur’ meer dan eens vallen. Want in hoeveel andere steden kun je binnen een klein uur van bergen naar fjord? Van overdag skiën naar ‘s avonds een groot concert? Van tv-opname naar met de boot naar de eilanden en dineren in een (te duur) restaurant?
Natuurlijk: Oslo ís een stad. Geen grote stad voor onze begrippen, maar wetende dat er maar duizens inwoners nodig zijn voordat Noren een plek ‘stad’ noemen, toch best een grote. Er zijn inderdaad meer mensen en dus meer auto’s, meer ongelukken en ga zo maar door, maar 63 procent van de totale oppervlakte is bos en op elke peuterspeelzaal én lagere school staan dingen als ‘natuur’ en ‘spelen’ hoog in het vaandel. Geen zorgen dus: zelfs een Oslo-kindje groeit buiten op. Zelfs een Oslo-kindje wordt geboren in Marius-trui en met de skies aan de benen, zoals ze hier zo mooi zeggen.
Verliefd
Oké, mijn persoonlijke ode aan Oslo bewaar ik voor later, maar het is fijn om te weten dat ik in elk geval (laaaaaaaaang) niet de enige ben die deze stad best wel heel erg fantastisch fijn vindt. Nadat Aina en Hanna hun blog begonnen, zijn er namelijk al bijna 40.000 foto’s – op Instagram, Twitter en andere sociale media – getagd met de hashtag #stakkarsoss. Want oh oh, wat zijn we toch zielig.
Sinds 22 januari zijn we zelfs zó zielig dat er aan al die zieligheid een tentoonstelling is gewijd, in het Noors Architectuur- en Design Centrum. Tot en met zondag 1 maart zijn kun je hier gratis naar binnen om even extra te genieten van Oslo. Helaas met de teksten enkel in het Noors, maar foto’s kun je sowieso kijken – en mijn favoriete tekst, om aan te geven hoe verschrikkelijk die kindjes het hier nu echt hebben, vertaal ik even:
Wintervakantie in Oslo. Niks te doen.
Je kunt er niet skiën, niet langlaufen, niet schaatsen of sleeën.
Er zijn geen musea om te bezoeken, geen bioscoopfilms om te bekijken.
Sneeuwengelen vinden het niet leuk in de stad en sneeuwpoppen bouwen we al helemaal niet.
Op Oslo!
DOGA
Hausmannsgate 16
Oslo
En natuurlijk de blog, die altijd én op honderden kilometers afstand te bekijken is: www.stakkarsoss.no
Foto’s: Marlou
Leave a Reply