Als Nederlander was ik er vrij stellig van overtuigd dat er geen beter fietsland is dan ons eigen. Totdat ik naar Kopenhagen verhuisde. Die stad dwong me mijn (fiets)wereldbeeld te herzien. Voor als je ook van plan bent om daar op de fiets te stappen: een crash-course fietsen in Kopenhagen.
(Door Caroline Boessenkool)
Kopenhagen fietsstad nummer 1?
Hoewel Amsterdam nu nog fietsstad van de wereld is, heeft Kopenhagen het voornemen die toppositie over te nemen. Toen ik hier net woonde, en de eerste meters op mijn nieuwe Deense fiets aflegde, was ik wat sceptisch. Als ex-Amsterdammer kon ik me maar moeilijk over mijn trots heenzetten: wie denken die Kopenhageners wel niet dat ze zijn? Maar al snel bleek: ze nemen het serieus. Heel serieus.

Koning of keizer

De stappen
Stap 1: een fiets scoren
Ik overdrijf niet als ik stel dat hier op iedere straathoek een fietsenwinkel is. Ik vraag me nog steeds af: zouden Kopenhageners zó vaak een nieuwe fiets kopen? Of is het onderhoud zo veeleisend? Feit is dat men hier niet doet aan ‘oude barrels’, maar de voorkeur geeft aan nieuwe, sportieve modellen. Met magneetlampjes en allerlei ander moois. Wil je er zelf ook tijdelijk een, dan zijn dit je opties:
- De ‘good old’ fietsverhuur. Op de website van VisitDenmark vind je een groot aantal officiële fietsverhuurders in Kopenhagen en de rest van Denemarken.
- Je kunt ook op goed geluk een van de honderden fietsenwinkels binnenwandelen en vragen of ze nog huurfietsen hebben. Vooral geschikt voor langere perioden, want je kunt soms goede kortingen bedingen.
- Als je meer van de korte ritjes van A naar B bent, dan is het gloedjenieuwe Bycyklen (De Stadsfiets) systeem wellicht geschikter. Vergeet de solide en goedkope OV-fiets: dit wittefietsenplan staat bol van de techniek. Je boekt hem via de website, betaalt met creditcard, en pikt hem op vanaf een van de dockingstations in de stad. Vervolgens laveer je als een prins op wit paard over de fietspaden: met elektrisch motortje, ingebouwde tablet en toeristische navigatie. Terugbrengen kan op een ander station. Niet goedkoop (3 euro per uur), maar wel gebruiksvriendelijk.
Stap 2: begrijp de infrastructuur
Het plan is er: in 2020 moet Kopenhagen fietskampioen van de wereld zijn. Nu forenst 36 procent van de Kopenhageners met de fiets, en dat getal moet omhoog naar 50 procent. Daartoe ligt er een heel scala aan ontwerpen op de tekentafel of is inmiddels uitgevoerd.Fietssnelwegen moeten ervoor zorgen dan je vanuit de voorsteden ongehinderd in een keer door kunt fietsen naar je bestemming in de stad. Maar ook nu al is de stad bijna helemaal ingericht rondom de fietser. Verkeerslichten op de doorgaande wegen zijn in de ochtend- en avondspits allemaal op elkaar afgestemd (de groene golf), zodat je met 20 kilometer per uur in 1x door kunt fietsen. En het werkt: niet het model lease-auto, maar het aantal kilometers dat je naar je werkt fietst, geeft hier status. Wie lui is en met de auto naar zijn werk gaat, wordt stiekem een beetje gezien als een verliezer (zowel op groen als op sportief gebied).Ook simpele details doen veel voor het fietsgemak: fietspaden zijn, waar mogelijk, zo ingericht dat de recreatieve fietsers rechts kunnen fietsen, en er een extra baan aan de linkerkant is voor de forenzen met haast (bijna iedereen dus). Fietsers krijgen bij stoplichten eerder groen dan auto’s (veiliger), en terwijl je wacht op groen kun je je voeten laten rusten op een zeer vriendelijk maar eenvoudig voetensteuntje. Het zijn de kleine dingen, die het doen.
Stap 3: de ongeschreven regels
Ik zei het al eerder: het was even wennen. Ik kwam uit een fiets-universum waar ik mijn roodfietserij niet als kwalijk zag, maar als een bijdrage aan de algehele doorstroming. Het was een beetje zoals met een brommertje door een drukke Aziatische stad rijden: alles in een radius van 180 graden voor je is jouw verantwoordelijkheid. Je mag alles doen, zolang je maar geen ongeluk veroorzaakt. Maar: dat was daar. Hier mag je niks. De enige ongeschreven regel is: houd je aan alle regels.
Stap 4: de geschreven regels
- Fiets hard of fiets rechts. Er is (helaas) weinig tolerantie voor de freewheelende fietser, die om zich kijkt, ondertussen whatsappt of in bejaardentempo fietst. Helemaal als je met dat gedrag de smalle fietspaden blokkeert. Kopenhaagse fietsers hebben om onverklaarbare redenen namelijk altijd haast. Wees je dus altijd bewust van je snelheid, van je positie op het fietspad, en van mogelijke inhalers links. In de ochtend- en middagspits extra belangrijk, als je niet in het Deens beschimpt wilt worden (dat klinkt namelijk niet aangenaam).
- Geef stopsignalen. Een Deen houdt niet van onverwacht stilstaan, of anticiperen in het verkeer. Of hij gaat hard, of hij stopt. Liever denkt hij niet teveel na over wat daartussenin allemaal zou kunnen gebeuren. Help hem dus en geef hem even een seintje als je gaat stoppen: linkerhand omhoog, klaar. Oja, en ook als je afslaat naar links of rechts. Altijd. Dus niet alleen als je moeder het ziet.
- Rechtsafslaan bij rood licht is forbudt (verboden). Opmerkelijk, vind ik. Op een kruising is het toch niet meer dan logisch dat je als rechtsafslaande fietser gewoon doorfietst? Er is immers niets dat je weg kan blokkeren? Toch is het hier ten strengste verboden. Ik begrijp nog steeds niet waarom en doe het dan ook gewoon.
- Oversteken in twee keer. Nog zo’n fiets-ontwerp-oplossing, die voor een Nederlander hoogst merkwaardig oogt. Wij zijn bij kruisingen gewend geraakt aan groen van alle zijden. Alle fietsers kunnen dan in 1x oversteken en wie linksaf wil, steekt diagonaal over. Super-oplossing, vind ik. Daar denken ze hier anders over. Je steekt dus altijd in 2x over, als je linksaf wilt slaan. Eerst wacht je op groen voor rechtdoor. Vervolgens sorteer je aan de overkant opnieuw voor. En wacht opnieuw. Eindeloos. En daarna vervolg je je route naar links. Hoogst irritant, maar uit deze situatie is helaas, ook voor een Nederlander, geen uitweg.
- Neem niemand achterop. Nederlandse vrienden maakten die fout. Op zaterdagavond gingen ze naar de kroeg, maar hadden maar 1 fiets. Spring maar achterop bij mij, zei de een. Aldus deed de ander. Maar ze kwamen genadeloos op de bon. ‘Mag niet, veel te gevaarlijk’, zei de vriendelijke Deense politie-agent. Ik durf het niet meer aan, sindsdien. Jammer, vind ik wel, want het haalt ook een beetje avontuur uit je leven (welkom in Denemarken).
- Stop voor de bus. De royale aandacht voor fietspaden ten spijt is het hier nog steeds zo dat een bus pardoes op een fietspad zijn passagiers kan uitspuwen. Ik heb zoiets in Nederland nog nooit gezien en kan maar moeilijk geloven dat het aanleggen van een buseiland, zoals wij ze kennen, een ingewikkelde kwestie is. Maar toch is het zo. Als de bus naast het fietspad stopt, moet je als fietser abrupt stoppen en de uitstappende passagiers laten voorgaan.
- Gebruik je fietsbel. Ik vond het altijd een overbodig item, de fietsbel. Maar sinds ik hier woon, gebruik ik hem elke dag. Gelukkig heb ik hier een vriendelijk klinkend exemplaar, waarmee ik fietspadblokkerende recreanten er lieflijk op kan wijzen dat ik er voorbij wil. Het werkt. Machtig.
- Niets comfortabeler dan een voetensteuntje tijdens het lange wachten.
- In de ochtend en avondspits kun je doorfietsen.
- Stoppen voor de bus. En het meest ergerlijke: het is nagenoeg onmogelijk de bus in te halen.
- Zacht en vriendelijk bel ik me een weg door de stad.
Inmiddels, na bijna een jaar oefenen, word ik steeds minder vaak uitgescholden en ga ik steeds beter op in de flow: ik fiets hard, neem geen tijd meer om om me heen te kijken en word snel ongeduldig. Toch blijf ik me verbazen over de starheid van mijn medeweggebruikers. Dan herinner ik mezelf eraan: zodra ze uit hun inflexibele fiets-universum stappen, veranderen ze echt weer terug in vriendelijke, jofele Denen.
Beloofd.
26/09/14 at 14:44
Ik ben net terug van een week Kopenhagen op de fiets en het klinkt allemaal heel herkenbaar!