De voorspelling die ik vorig jaar deed kwam uit: ook dit jaar bracht ik het tweede weekend van juli door op ruim 61 kilometer van het Noorse vasteland, bijna onafgebroken in daglicht, omgeven door prachtige wilde bloemen, spitse bergen, Noorse truien, stokvis en ontzettend mooie klanken en muziek. Ik was weer op het Trænafestival.

Hoewel een doorgewinterde visserssamenleving – en dus de eilandengroep Træna, op zo’n 1110 kilometer ten noorden van Oslo – in de (ongeveer) 365 dagen die ik er niet was weinig kan zijn veranderd, leek het alsof ik dit jaar op een ander festival terechtkwam. In tegenstelling tot vorig jaar groette de middernachtzon ons nu al op dag één en vergezelde ons het hele festival. Ik heb geen regenpak of bergschoenen aangeraakt, maar wel op Allstars, met blote benen en een enorme bloemenkrans in mijn haar rondgelopen. Dit jaar was ik geen vrijwilligster en dus zag ik alles wat ik wilde zien én was ik elke dag op tijd om een vegaburger bij ‘Lillekos’, de tent van de rockeklubb van Bodø, te scoren. Dit jaar was Trænafestivalen gewoon nóg fijner.
De hoogtepunten
Trænafestivalen staat er, net als een groot aantal andere Scandinavische festivals, om bekend vooral artiesten van eigen bodem te hebben. Negen van de 21 artiesten waren Noors en daarnaast kwamen er een zevental uit de rest van Scandinavië. Drie op de vier optredens waren dus van Nordic komaf. En ja, dat mag van mij al een hoogtepunt op zich worden genoemd. Maar, mijn persoonlijke, muzikale hoogtepunten:
First Aid Kit (SE) Een kleine maand voor Træna kwam First Aid Kit met een nieuw album, Stay Gold. Sinds ik ze eind 2009 in een bijna leeg Doornroosje zag, draai ik elke nieuwe cd grijs en de nieuwe bleek geen uitzondering. Op First Aid Kits optreden verheugde ik me dus enorm en gelukkig maakten ze de verwachtingen waar. Helaas zonder het dertienkoppig strijkorkest dat op de cd te horen is, maar wel met een ijzersterke show. Stukken krachtiger en beter dan die (ook heel fijne) avond met twee vooral schattige meisjes, bijna vijf jaar geleden.
. Mugison (IS) De “IJslandse meneer met baard”, zoals ik Mugison vooraf enkel kon omschrijven (en waarbij hij zich eigenlijk maar weinig onderscheidt), speelde twee keer en liet zijn verschillende kanten en kwaliteiten daarbij goed zien. De eerste keer rustig en ingetogen tijdens het concert in de plaatselijke kerk en de andere keer vol gas met band op het grote podium, maar beide keren vol enthousiasme en vooral ook vol humor.
Den Svenska Björnstammen (SE) Sinds mijn uitwisselingssemester in Trondheim vier jaar geleden is Den Svenska Björnstammen altijd van de partij als ik een feestje geef of zin heb in feelgood-muziek. Heel fijn, maar van het feit dat ze tot op de dag van vandaag nog geen enkele keer met hun “synth-hiphop” in Nederland of België hebben gestaan word ik minder gelukkig. Gelukkig was daar Træna en geloof me: het was feest. Niemand stond stil, iedereen danste en sprong en had de grootste lach op zijn of haar gezicht. De sfeer was fantastisch. En met enorme bomen als decor en shirts en truien met pandagezichten waren de zeven jongens uit Norrköping nog een echte Zweedse berenfamilie ook.
.

Foto: Ina Inglingstad
Erlend Øye & Hjálmar (NO/IS) We kennen Erlend Øye (The Whitest Boy Alive, Kings of Convenience) nog wel, toch? Sinds hij naar Sicilië verhuisde en in het Italiaans zingt is er niet meer zoveel van hem vernomen, maar het lijkt erop dat hij terug is! Op ons eigen Into The Great Wide Open speelde de Noor in 2012 al samen met de IJslandse reggaeband Hjálmar en dat beviel schijnbaar zo goed dat Erlend zijn nieuwe plaat, die begin oktober uitkomt, samen met de band heeft opgenomen. Op Træna speelden ze die nummers voor het eerst en ik kan je zeggen dat het een prima combi is. En Erlend nog altijd zijn vrolijke, enthousiaste, energieke zelf. .
Meer hoogtepunten van Træna 2014
Hoewel het natuurlijk eerst en vooral om de muziek draait, is Trænafestivalen zoveel meer. Overdag kun je een rondje over het eiland wandelen en de leuke huisjes of het lokale museum bekijken, een berg beklimmen, een cursus joiken volgen, bloemenkransen vlechten, stokvis eten of gewoon lekker op de picknickbankjes zitten voor de ene supermarkt die hoofdeiland Husøy telt, met een pølse en ijsbeerbier.

Maar wat je verder ook doet: beloof me dat je, net als het merendeel van de festivalgangers, op zaterdagochtend de boot naar buureiland Sanna neemt. Het festival verhuist even daar naartoe om meer schattige huisjes te bekijken, Trænstaven te beklimmen en om in diezelfde berg door de ‘Tunnel of Love’, een pikzwarte grot, te lopen. En natuurlijk voor het concert in een andere grot, Kirkehelleren – het hoogtepunt van elk Trænafestival. Dit jaar was het de eer aan Stein Torleif Bjella en dat concert is zelfs in zijn geheel te bekijken. Voor een impressie van de grot zelf moet je eigenlijk even googelen of gewoon zelf maar naar Noord-Noorwegen afreizen. Ja, vooral dat eigenlijk.
Want ik zei het geloof ik al, maar ik zeg het gewoon nog eens: Trænafestivalen moet je meemaken.

Leave a Reply