In de zomer van 2012 was ik op IJsland. In het noorden van het land, net buiten de stad Akureyri, staat een schattig kersthuisje, waar het alle dagen van het jaar kerst is. Buiten de winkel staat een aftelkalender die aangeeft hoeveel dagen het nog duurt totdat het kerst is en bij het verlaten van de winkel krijg je een ‘‘merry christmas’’ toegewenst van de schuchtere eigenaar. Deze eigenaar draagt overigens 365 dagen per jaar een kerstmuts, die hij in de zomer combineert met een korte broek en sandalen. Het was in deze kerstwinkel waar ik het eigenaardige kerstverhaal van de Joelmannen leerde kennen.
De Jólasveinar / Joelmannen
De dertien Joelmannen zijn broers die één voor één vanuit de bergen naar de dorpen en steden komen. De eerste Joelman arriveert dertien dagen voor kerst, op 12 december en de laatste arriveert op 24 december. De oorsprong van deze traditie is onduidelijk, maar sinds een bewustwordingscampagne van de jaren ’70 zijn de regels rondom dit feest verduidelijkt. Historisch gezien waren deze Joelmannen crimineel en bezorgden ze veel overlast als ze naar de dorpen trokken, maar tegenwoordig doen ze niemand meer kwaad.
De dichter Jóhannes úr Kötlum schreef in 1932 een gedicht waarin de Joelmannen uitvoerig werden beschreven. Met dit gedicht werd ook vastgesteld dat er dertien Joelmannen zijn. Volgens sommige verhalen waren er namelijk wel tachtig Joelmannen, wat een heel lange kerstperiode zou betekenen. Het uiterlijk van de Joelmannen wordt op verschillende manieren weergegeven (google maar eens!), maar het zijn over het algemeen onverzorgde mannetjes die in oude en vieze kleding rondlopen. De naam van iedere Joelman geeft reeds aan wat hij voor slechts in de zin heeft. Het zijn geen erge misdaden meer, maar ze kenmerken zich door hun ondeugende eigenschappen.
1. Stekkjastaur – Schaapshoksluiper
2. Giljagaur – Kloofsukkel
3. Stúfur – Kleintje
4. Þvörusleikir – Lepellikker
5. Pottasleikir – Pottenlikker
6. Askaleikir – Kommenlikker
7. Hurðaskellir – Deurensmijter
8. Skyrgámur – Skyr-schokker (Skyr is een IJslands zuivelproduct)
9. Bjúgakrækir – Worstensnaaier
10. Gluggagægir – Ramengluurder
11. Gáttaþefur – Deursnuiver
12. Ketkrókur – Vleeshaak
13. Kertasníkir – Kaarsensteler
Grýla, de moeder van de Joelmannen
De moeder van de Joelmannen heet Grýla. Zij is een mix tussen een monster en een heks en de IJslandse kinderen zijn behoorlijk bang voor dit figuur. Grýla woont met haar man Leppalúði en kat in een grot in de bergen. Maar gedurende de kerstperiode is ze op zoek naar kinderen die zich hebben misdragen, zodat zij hier soep van kan koken en hun vlees kan eten. De deugnietjes worden verzameld in jutezakken, die vastgebonden zijn aan één van haar honderd staarten. Eén jutezak is groot genoeg voor twintig personen, dus ze kan heel veel stoute kinderen meenemen.
Jólakötturinn, Grýla’s kat, heeft de vreemde gewoonte om kinderen die geen nieuwe kleren dragen te eten. Historisch gezien werden mensen zonder nieuwe kleding beschouwd als dom of lui. Als mensen vroeger schapen hadden, moesten ze deze voordat kerst begon geschoren hebben. En de kinderen moesten vaak helpen bij deze klus. Als een kind zijn ouders meehielp, was de klus op tijd geklaard en kon het kind dus een nieuw kledingstuk dragen tijdens kerst. Tegenwoordig hebben de IJslanders nog steeds de traditie dat het hele gezin voorzien wordt van nieuwe kerstoutfits.
Schoenzetten
Een gebruik dat wel erg Nederlands aandoet, is het schoenzetten. Waarschijnlijk is dit gebruik door zeelieden meegenomen van Nederland naar IJsland. In IJsland zet men de schoen niet voor de open haard, maar in het raamkozijn. En hier zijn het de Joelmannen die een cadeautje of wat lekkers in de schoen stoppen. Het zakje zout heeft plaatsgemaakt voor een rotte aardappel.
De kerstperiode eindigt op 6 januari, wanneer de laatste Joelman naar de bergen is teruggetrokken. De IJslanders vieren dit met een kampvuur. Vroeger danste men rond het kampvuur en werd er geloofd dat de elven en andere mysterieuze wezens ook tevoorschijn kwamen.
Gleðileg jól!
17/12/13 at 15:10
Als ik naar dat plaatje kijk en zo'n beschrijving zie (ze hebben allemaal hun eigen karakter), moet ik denken aan de 7 dwergen van Sneeuwwitje. Inspiratie geweest voor Grimm?