Na zijn optreden in Hedon in Zwolle interviewde Nordic Vibes Petter Carlsen. In de heetste week van het voorjaar kwam deze singer-songwriter uit het hoge noorden van Noorwegen de Deen Tim Christensen supporten tijdens enkele shows in Nederland. Nordic Vibes vroeg Petter naar zijn ervaringen tijdens zijn tour met Tim in Nederland, hoe hij startte met muziek maken, terugkerende thema’s in zijn teksten, zijn toekomstplannen en meer.
Petters vierde en laatste show zit er op. Hij zit achter zijn laptop in de kleine backstage van Hedon na te genieten. Naast dit laatste concert in Hedon speelde hij ook in Tivoli, Melkweg en Mezz en daarnaast deed hij nog een Nordic Vibes instore in The Village en een huiskamerconcert in Noord-Holland.
NV: Hoe kijk je hierop terug?
“De toer was super en het gaf me veel voldoening. Het publiek was in iedere zaal goed voor me. Iedereen was stil en luisterde, wat heel belangrijk voor me is, omdat mijn nummers heel transparant zijn en als er doorheen wordt gepraat is de sfeer meteen weg. Het was ook heel fijn om met Tim te touren. Zijn geluidstechnicus stond erop om tijdens mijn laatste twee shows mijn geluid te doen. Hij is erg goed en zijn inzet gaf een extra dimensie aan mijn optreden: je moet de invloed van goed geluid niet onderschatten: het geeft vertrouwen en het was een voorrecht dat hij dit voor me wilde doen.
Ik heb ook een aantal cd’s verkocht en hopelijk heb ik een paar nieuwe fans in Nederland. Ik heb erg genoten, heb hier nu een aantal vrienden en ik kijk er altijd naar uit om hier te komen, hopelijk duurt het niet te lang tot de volgende keer!
Hoe ben je begonnen met muziek maken?
Ik startte met muziek maken toen ik vijftien of zestien was, toen ik op de middelbare school zat. Ik startte met het leren van de riffs van Metallica, mijn grote inspiratiebron. Door Heavy Metal ben ik muziek gaan maken. Al snel startte ik met het schrijven van mijn eigen materiaal. Ik ben altijd al gefascineerd geweest door het feit dat je iets kunt maken wat nog niet eerder is gemaakt. Dat is voor mij de grootste kracht in het maken van muziek.
Ik groeide op in Alta en verhuisde later naar Oslo, waar ik verschillende projecten had. Op het moment dat mijn vader erg ziek werd realiseerde ik me dat je maar één keer leeft. Het was tijd om me te bezinnen en en iets te gaan doen wat ik echt wilde doen. Dus ik begon te oefenen met het maken van muziek, alleen ik en mijn gitaar. Dat was een heel ander proces dan ik was gewend. De muziek veranderde in iets meer persoonlijks en eerlijks, meer zoals ik ben. Dit was nog voor het album ‘You Go Bird’. De band Anathema inspireerde me, omdat zij van album tot album veranderen en het opende mijn ogen voor het gegeven dat muziek geen rock muziek hoeft te zijn om goed te zijn. Daardoor begon ik met het luisteren naar onder andere jazz en klassiek.
Hoe kwam de cd You Go Bird uiteindelijk tot stand?
Ik was niet van plan om te leven van muziek. In 2006 kwam eerst een EP uit, genaamd The Taste Of What’s To Come. Ik had het hele album al klaar, maar ik had hem vooral voor mezelf gemaakt. Ik wilde iets maken waar ik erg trots op was en tijdens het hele proces van opnemen tot masteren met goede mensen werken. Ik raakte gemotiveerd door mensen om me heen die zeiden dat wat ik maakte erg goed was en dat ik ermee door moest gaan. Later vond ik een label, EMI Norway, dat You Go Bird uitbracht. Het was een goede start voor me omdat ze ‘promotionele kracht’ hebben. Mijn naam werd naar buiten gebracht, ik speelde op veel festivals en sindsdien ben ik niet meer gestopt.
Is muziek maken het enige dat je momenteel doet?
Ja, maar ik doe veel verschillende dingen. We spelen bijvoorbeeld op scholen, dat wordt ondersteund door de staat. Voor deze optredens hoef ik zelf niets te organiseren, ik kom op en ga spelen. Het is voor mij in financieel opzicht natuurlijk positief, maar ik krijg er ook veel voor terug: de mogelijkheid om mijn muziek te laten horen aan mensen die mijn nog niet kennen en die ik nog moet overtuigen. Bovendien is voor mensen spelen beter dan oefenen in een repetitieruimte, nu ga ik goed voorbereid de podia op in het buitenland, waar mensen me ook nog niet kennen. In Noorwegen hebben mensen hun mening al klaar, maar hier voelt het als een nieuw begin, dat vind ik heerlijk. Ik probeer ook om niet teveel in Alta te spelen, mensen zouden me weleens zat kunnen worden (lacht) Oslo is veel groter en dat maakt het makkelijker om daar meer shows te doen. Momenteel woon ik overigens 50/50 in Alta en Oslo. Alta is mijn thuis, mijn vriendin woont daar, mijn moeder en meer familie.
Hoe schrijf je je nummers?
Vaak is het een zin die ik mooi vind klinken. Ook moet ik een bepaalde energie hebben en als ik op mijn gitaar begin te spelen, begin ik gewoon iets te improviseren. Eigenlijk zoals iedereen het doet! Maar meestal begint het met een mooie zin die ik in de loop der tijd heb opgeschreven en vanaf daar ga ik verder. Soms kan een improvisatie een lange tijd op mijn computer staan, voordat ik een nieuw thema vind en ermee verder ga, het is als een soort puzzel.
De creativiteit voor het schrijven van nummers komt vaak tijdens het live spelen, door de interactie met bezoekers, maar ook de diversiteit van het hele proces van het maken van een nummer, van het schrijven tot studiowerk, is goed voor mijn inspiratie.
Wat zijn je toekomstplannen?
Ik wil een nieuw album maken. Ik ben erg trots op Clocks Don’t Count (zijn meest recente album, red.), maar ik wil mezelf niet blijven herhalen. Het volgende album wordt wel een beetje anders. Ik hoop dat ik muziek kan blijven maken zonder concessies te doen en precies datgene te maken wat ik wil. Het is misschien een ambitie voor lange termijn, maar ik hoop dat ik mijn hele band mee op tour kan nemen door Europa, zonder mijn huis te riskeren!
Verder heb ik een aantal projecten, zoals meezingen op het album van een band, waar ik helaas nog niet meer details over mag geven. Dat is erg tof om te doen, het is niet mijn muziek maar het is cool om er deel van uit te maken.
Wat is het belangrijkste thema op Clocks Don’t Count?
Er zijn verschillende thema’s en nummers. Even Dead Things Feel Your Love gaat over mijn tante. Ze heeft Parkinson, maar ze is altijd in een goede stemming en haar ogen lachen altijd. Dat nummer is een ode aan haar, omdat ik hoop dat ze altijd op deze aarde blijft. Er zit een melancholische klank en vibe ik elk nummer. One Of Those Days kan over vriendschap gaan, over broederschap, familie.. het gaat erom dat je het gevoel hebt ver weg te zijn van je eigen familie. Het gevoel van niet genoeg bij hen te zijn. Home is dan weer ontstaan naar aanleiding van een foto die ik terugvond: een oude koelkast die vol zat met stickers, maar die mijn moeder wegdeed om in te ruilen voor een nieuwe en betere koelkast. Daarmee begon het nummer. Alle nummers gaan om communicatie en liefde.
Dit had ik niet in mijn achterhoofd toen ik het album schreef. Het kwam zo tot stand. De nummers passen allemaal goed bij elkaar, maar dat was niet met opzet.
Is er een leuke anekdote die je graag met je Nederlandse fans wilt delen?
Het was heel intimiderend om auto te rijden in Nederland! In Noorwegen, en zeker in Alta, bestaan wegen uit slechts een strook. En als je de weg hier niet kent en er zijn omleidingen, dan is het ook met navigatie moeilijk om de weg te vinden. Vannacht deed ik er dan ook twee keer langer dan normaal over om op mijn logeeradres te komen. Onderweg werd ik ook nog eens aangehouden door de politie, ik moest een blaastest doen en toen bleek een van de lampen van mijn geleende auto kapot te zijn. Ze wilden dat ik de lamp zo snel mogelijk liet maken, maar dat gaat nogal moeilijk midden in de nacht langs de snelweg. Gelukkig kreeg ik geen boete en kwam ik veilig aan op mijn plaats van bestemming. Het licht hebben we de volgende ochtend gemaakt. Maar verder was het super! Gister kwam er nog een man naar me toe die een boek had gemaakt met zijn vijfhonderd favoriete nummers. Het was een heel boekwerk en hij had het uitgeprint. Table For One stond er in en hij vroeg mij om te signeren. Erg leuk!
Komende donderdag, 22 november 2012, speelt Petter Carlsen in de Sugar Factory in Amsterdam. Tickets zijn nog verkrijgbaar via de site van de Sugar Factory en zijn slechts 8 euro!
Leave a Reply